Doe de melk, het water, de boter en het zout in een pan. Breng het langzaam aan de kook. Zorg ervoor dat de boter gesmolten is voordat het mengsel kookt.
Haal de pan van het vuur en voeg in een keer de bloem toe. Roer het mengsel direct door totdat alle bloem is opgenomen. Zet de pan terug op middelhoog vuur.
Blijf goed roeren, 2 tot 3 minuten tot het deeg gaar is.
Doe het deeg over in een kom en roer het nog even los. Laat het een paar minuten afkoelen.
Voeg een voor een de eieren toe. Roer daarbij het deeg na elk ei goed door, tot al het ei is opgenomen, en voeg dan pas het volgende ei toe.
Gebruik het vierde ei alleen als het deeg niet te dun maakt. Het deeg moet een gladde en soepele consistentie hebben, maar niet zo dun dat het helemaal uitvloeit als je het op bakpapier schept of spuit. Je kunt ook een half losgeklopt ei gebruiken. Zodra het deeg glad en glanzend is, kan het verder verwerkt worden.
Maak voor soesjes hoopjes van het deeg met behulp van twee lepels of met een spuitzak met glad spuitmondje.
Bak kleine soesjes op 210 °C zo’n 20-25 minuten, grotere soezen en moorkoppen hebben 25-30 minuten nodig.